VVD vraagt om actie college inzake wmo-vervoerder BIOS-groep

taxi.jpg

Door Johran Willegers op 27-06-2014

De VVD Zwolle is geschrokken van de oplopende klachtenstroom over wmo-vervoerder BIOS-groep en vraagt het college om actie te ondernemen. De fractie is van mening dat de manier waarop met mensen is omgegaan niet zonder consequenties kan blijven.

“Klachten over wmo-taxivervoer Zwolle houden aan,” kopt de Stentor op 18 juni. Volgens de krant hapert de kwaliteit van het vervoer en de service en klantvriendelijkheid van de centrale sinds duidelijk is geworden dat de BIOS-groep niet meer in aanmerking komt voor de uitvoering van het WMO vervoer als uitkomst van de recentelijke  aanbesteding.

De fractie van de VVD Zwolle heeft al vaker melding gemaakt van gebrekkig vervoer en heeft met mensen gesproken die anderhalf uur of langer op een taxi moesten wachten, in donker, kou of regen waardoor het innemen van medicijnen in gevaar kwam en zij hun bezorgde avondmaaltijd misliepen.

De BIOS-groep heeft een inspanningsverplichting, zo niet contractueel, dan minstens moreel, om mensen blijvend de beste dienstverlening te bieden. “De klant staat op één,” schrijft BIOS-groep op haar site en stelt zich in te leven in de wensen van de klant. Maar de dienstverlening schort al langer en de klachten stapelen zich in de laatste weken op. De VVD schrikt van die verhalen en is verbaasd dat dit kan gebeuren. De BIOS-groep zou niet moeten kunnen wegkomen met deze dienstverlening.

De VVD heeft het college daarom de volgende vragen gesteld.

  1. Heeft het college naast het aangehaalde Stentor-artikel zelf de klachten over de BIOS-groep service in beeld?
  2. Is het college eens met de VVD dat het uren laten wachten van mensen die afhankelijk zijn van WMO-vervoer door de BIOS-groep gevolgen moet hebben?
  3. Is het mogelijk om de slechte service en dienstverlening van de BIOS-groep juridisch en daarmee financieel te verhalen op de BIOS-groep? Zo ja, is het college bereid dat proces in gang te zetten?
  4. Hoe gaat het college inzetten op het voorkomen van verlaging van het afgesproken  service – en dienstverlening niveau bij overgang van de ene naar de andere aanbieder? Dit geldt voor het WMO vervoer maar kan evenzo het geval zijn in andere aanbestedingen.