Raadsdebat De Zwolse Warmtestrategie
Vanavond hebben wij het over de Zwolse Warmtestrategie 2026-2036. Dat klinkt vaag, maar het gaat om één van de belangrijkste onderdelen van een fijn leven: heb ik een comfortabel en warm huis? Als Zwollenaar ben je druk met je normale leven: werken, kinderen opvoeden, sporten, mantelzorg. Daarom wil je niet op ieder moment hoeven na te denken over de bron die jouw huis of bedrijf verwarmt. Je wil een stabiele en betaalbare warmtevoorziening, die ook nog eens bijdraagt aan een schone toekomst. Vanuit dit principe heeft onze fractie gekeken naar deze Warmtestrategie.
Over het algemeen kan de VVD zich goed vinden in de principes en uitgangspunten van deze strategie. Veel hebben wij al eens eerder in de raad besproken of volgt uit de mogelijkheden die nieuwe landelijke wetgeving biedt. De overgang van aardgas naar schonere bronnen is voor iedereen nieuw en het is terecht dat het college beschrijft dat er flexibiliteit nodig is. Wel heeft onze fractie nog een aantal punten dat wij het college mee willen geven.
Ten eerste voelt onze fractie te weinig urgentie op het enorme probleem van netcongestie. Ondernemers zitten met de handen in het haar. Veel mkb’ers willen hun bedrijf uitbreiden, een nieuwe vestiging openen en willen daarbij verduurzamen en de overgang maken naar elektriciteit of waterstof. Maar het elektriciteitsnet blijft overvol zitten. Toen ik dit stuk las, voelde ik de urgentie nog niet van het papier spatten. Zo wordt de bouwsteen over netcongestie pas als allerlaatste uitgewerkt. Dit terwijl het een basisvoorwaarde is om überhaupt de warmtetransitie door te maken. Zonder ruimte op het net ís er geen warmtetransitie, zonder ruimte op het net staat onze economie op slot. Ik hoor graag een reflectie van de wethouder op dit punt.
Ten tweede heeft onze fractie zorgen over het afsluiten van bewoners van het aardgas. Wij zijn eerder kritisch geweest op het aardgasvrij maken van Holtenbroek en Aa-landen op een termijn van 8 jaar. Dit komt doordat ik niet geloof dat alle 23.000 inwoners in deze korte tijd over kunnen stappen naar een andere warmtebron die ook nog eens haalbaar, betaalbaar en uitvoerbaar is.
Hierbij heb ik specifiek het punt gemaakt van de hybride warmtepomp: veel mensen zetten al de stap naar een duurzamer alternatief en sluiten nu een hybride pomp aan. Deze apparaten zijn in 8 jaar niet aan het einde van hun levensduur, maar toch wordt het aardgas afgesloten en moeten mensen overstappen naar een volledig elektrische warmtepomp. Voor het college geldt hier dus een afschrijftermijn van 8 jaar. Maar in een ander deel van de strategie stimuleert het college juist hybride warmtepompen en heeft zij het over een periode van meer dan 15 jaar. Bewoners van Aa-landen moeten hun hybride warmtepomp dus in 8 jaar afschrijven en moeten daardoor meer gaan betalen, terwijl bewoners in Stadshagen hiervoor 15 jaar hebben. Ik begrijp dit verschil niet. Ik hoor graag van de wethouder waar dit onderscheid vandaan komt en wat het college gaat doen voor de bewoners van de eerste wijken die van het gas zouden gaan.
Ten slotte nog een open vraag aan het college. We lezen dat het college in de warmtetransitie voorop wil lopen in Nederland en meer risico wil nemen door te investeren in de juiste richting. Heeft het college hier al concrete plannen voor, om welk bedrag gaat het ongeveer en welk kader gebruikt het college om risico’s af te wegen?
