Haal duurzaamheid uit subsidiehokje en kijk naar economische innovatie
Wat de VVD betreft wordt duurzaamheid uit het belastinggeld subsidiehokje gehaald en moeten we meer kijken hoe dit in balans te brengen is met economische vooruitgang. De gemeenteraad heeft dinsdag 23 juni gedebatteerd over de Duurzame Agenda. De bijdrage van Johran Willegers is hieronder te lezen.
Bijdrage Johran Willegers: Duurzame Agenda
Efficiënt omgaan met onze energie, kijken naar groene oplossingen en duurzaamheid zijn belangrijk. Ja, vanwege klimaatdoelstellingen, maar dat is niet de enige reden. Het gaat er ook om dat we met die visie doen wat goed is voor onze economie.
Die twee kunnen goed hand in hand gaan. Meer duurzaamheid, bijvoorbeeld door huishoudens met zonnepanelen, zorgt er voor dat deze gezinnen minder afhankelijk zijn van prijsschokken op de energiemarkt. En dit geldt natuurlijk ook voor bedrijven: kijk maar naar de IKEA die bovenop haar pand hierin heeft geïnvesteerd. Het invoeren van die innovatie levert uiteraard ook weer banen op. Kortom, de VVD ziet de toegevoegde waarde van een goede duurzaamheidsagenda.
Maar, dit is een route die we als overheid niet alleen moeten betreden. De overheid kan dit niet alleen. De Zwollenaren en bedrijven zelf hebben hun rol in een energie-efficiënte technologie in onze stad.
Duurzaamheid en economie in balans
De VVD vindt duurzaamheid een belangrijke waarde zolang de balans met de economie goed is. Elk beleid dat energie-efficiëntie ondersteunt of moet aanjagen moet gelijkwaardige aandacht schenken aan economische groei en ontwikkeling. De VVD stelt daarom een aantal belangrijke voorwaarden aan duurzaam beleid.
Ten eerste moeten economische welvaart en duurzaam beleid samen vooruit gaan. Een tweede voorwaarde is dat de rol van de overheid moet zijn dat we op de markt gebaseerde prikkels kunnen leveren om de technologie en het beleid te laten ontwikkelen door bedrijven. Daarnaast moet ons duurzame beleid tegemoetkomen aan de lokale wensen en voordelen van onze Zwollenaren. Ten slotte moet dit milieubeleid zich focussen op het behalen van resultaten, en niet draaien om het proces.
De VVD is blij om te lezen dat de nota lijkt te voldoen aan de voorwaarde dat wordt ingespeeld op lokale wensen, bijvoorbeeld met betrekking tot woonlasten.
Markt biedt echte oplossingen, subsidiegeld niet
Maar als we de voorliggende agenda langs andere voorwaarden leggen, mist de VVD ook nog wat zaken. En dat berust op het samen gaan van economie en duurzaamheid. Niet als overheid zelf het wiel uitvinden, maar er voor zorgen dat bedrijven er mee aan de slag kunnen. Want het mooie aan duurzaamheid is dat je er geld mee kunt verdienen. Kijk maar naar het artikel wat vandaag in de Stentor stond over het bedrijf Kyotolease. Hun klanten stappen over op duurzame auto’s en carpoolen.
Dit resulteert in een beter effect voor het milieu, maar is natuurlijk ingegeven door de kostenbesparing die behaald wordt. Voor het bedrijf zo’n 36K, voor werknemer jaarlijks tussen de 1200 en 24oo euro. Laten we duurzaamheid uit het met belastinggeld gesubsidieerde hokje halen en laten we kijken hoe we echt werk kunnen maken en creëren met een innovatief, economisch duurzaamheidsbeleid.
Neem het hergebruik van afval. Op initiatief van de VVD in de Tweede Kamer gaat het kabinet werk maken om de regelgeving up-to-date te brengen met de mogelijkheden van de markt. Dat is ook die belangrijke voorwaarde die net genoemd werd: op de markt gebaseerde prikkels leveren om de technologie en het beleid te ontwikkelen door bedrijven die er verstand van hebben.
Uit recente cijfers blijkt dat van de gemiddeld 495 kilo afval per persoon, nog ruim 20 procent niet hergebruikt wordt, maar wordt verbrand of gestort. Zonde, want zolang er bedrijven zijn die er voor willen betalen, moet die economische waarde vooropgesteld worden. Daarvoor hoeft afval straks niet meer zo strak gescheiden te worden zoals nu het geval is: de technische ontwikkelingen in de recycling gaan snel.
Sterker nog, het scheiden van afval komt op z’n retour. Voor de verwerkende industrie is die scheiding niet meer nodig en soms zelfs gezien het materiaal dat ze uit afval halen is het zelfs beter van niet. Hier hoeven we burgers juist zelf niet in te belasten en door het geld dat verdiend wordt kunnen we misschien wel wat terug geven aan de Zwollenaar.
Dit zou mooi zijn omdat je bijvoorbeeld ziet dat flessen waar nog restjes voedingsmiddelen in zitten nu niet gerecycled mogen worden volgens oude regels, terwijl de industrie dat al makkelijk kan. Dit gaat nu dus veranderd worden. Dit jaagt innovatie aan, zorgt voor banen en levert uiteindelijk ook de duurzaamheidsdoelstelling op dat we minder restafval overhouden.
Meer ondernemende visie in Duurzame Agenda
Waarom, vraagt de VVD het College, zien we die visie niet meer terug in de voorliggende agenda? Hoe denkt de wethouder het verdienvermogen van duurzaamheid een prominentere rol te kunnen geven? Op die manier kunnen we echt werken aan een toekomstbestendige stad. Er wordt wel gesproken over overheidsinitiatieven die mensen in onze stad er van te overtuigen minder afval genereren, of dit beter te scheiden. Maar dan zit je dus aan de verkeerde kant van de lijn. Laten we investeren hoe bedrijven meer met afval kunnen doen. Er geld mee kunnen verdienen.
Ook omdat de VVD niet vindt dat belastinggeld moet gaan naar het beïnvloeden van huishoudens achter hun voordeur. In het kader daarvan nog een vervolgvraag: wat zijn de precieze acties die worden voorgesteld bij het bevorderen van een gezonde leefstijl, die in de nota als overheidsactie wordt genoemd?
Daarnaast heeft de VVD kritische vraagtekens bij het feit dat de bedrijfsauto’s van bedrijven en organisaties die in opdracht van de gemeente werken, rijden op hernieuwbare brandstoffen. Laten we het ondernemen over aan ondernemers zelf en niet op deze manier, met opgeheven vinger, opdrachtnemers tegemoet treden. Kan de wethouder hier meer toelichting op geven?
Ook wil de VVD nog extra uitleg van de wethouder over hoe hij de rol van het Stadsontwikkelfonds ziet: we lezen dat bij een grotere financieringsvraag dan begroot, een beroep op het stadsontwikkelfonds wordt verkend. De VVD vindt dat dit geld moet gaan naar de ontwikkeling van de stad, niet naar het aanvullen van overheidssubsidies waarbij het resultaat onbekend is. Dus welke voorwaarde zou de wethouder stellen aan zo’n verkenning?
De VVD heeft aangegeven hoe we meer moeten kijken naar het verdienvermogen van energie-efficiënt beleid. Naar het feit dat economie en duurzame innovatie hand in hand kunnen, en moeten gaan.
Op deze manier komt er een positiever verhaal te liggen voor de stad dat voor echte innovatie en banen zorgt en nog steeds de duurzaamheidsdoelstellingen haalt.
Deze nota lijkt af en toe de wind te willen keren, terwijl we alleen de zeilen moeten aanpassen.