Debat samenwerking met onderwijs rondom dyslexie

vvd_zwolle_dyslexie.jpg

Door Marike Oranje op 07-06-2021

In Zwolle wordt de stempel dyslexie velen malen vaker gegeven dan elders in het land. Hoe kan dit? Tijdens het debat over dyslexie heeft Jeroen het over toegang, diagnose en financiering van dyslexiezorg. Lees zijn hele bijdrage hieronder:

 

“Uw kind heeft er veel moeite met lezen. We hebben het sterke vermoeden van dyslexie…” Een boodschap die veel ouders in Zwolle jaarlijks te verwerken krijgen. Dyslexie, overigens een onmogelijk woord als je de diagnose zou krijgen. Maar vooral een stempel voor de rest van je schoolcarrière en misschien wel langer, een garantie voor een reis door de zorgjungle. Helaas wordt de diagnose jaarlijks in Zwolle vele malen vaker gegeven dan elders in het land. Hoe kan dat nou? Vanavond spreken we hierover met elkaar. 

Voorzitter, sommige delen van de nota en van deze bijdrage zijn behoorlijk cijfermatig en technisch van aard. Het was soms lastig om de nota te lezen en te duiden wat de wijzigingen met de huidige situatie zijn. Welke voordelen de nieuwe voorgestelde werkwijze heeft en de financiële gevolgen. Ik deel de bijdrage op in drie delen; toegang, diagnose en financiering.

Om te beginnen met de toegang tot dyslexiezorg. In Zwolle gaan dubbel zoveel kinderen naar de aanbieders dan elders in het land. Het moet een walhalla zijn voor aanbieders in onze stad. Toch heeft onze fractie het al eerder gezegd; “Dyslexie zit hier niet in het kraanwater…” Er is geen enkele reden aan te dragen waarom in Zwolle meer kinderen zorg krijgen dan elders, behalve dat de toegang wellicht te laagdrempelig is. Het is te makkelijk om alle kinderen die lastig leren lezen als mogelijk dyslect te bestempelen en dus door te verwijzen. De wethouder stelt voor een “poortwachter” in te stellen. Van ondersteuningsteams op scholen begrepen we dat het SWT deze rol ook heeft. Zij worden “poortwachter” genoemd door de scholen. We snappen de denkrichting, maar vinden het daarom lastig de oplossing te duiden. Graag een reactie van de wethouder hierop.

Het is essentieel dat we inzetten op de kwaliteit van leesonderwijs in onze stad. De heilige graal heeft onze fractie hierin ook niet. Was het maar waar. Want waar we het over eens zullen zijn is dat kinderen met een ernstige verdenking van dyslexie hulp moeten krijgen die ze nodig hebben. Tijdig en in de buurt. Niet meer, maar ook zeker niet minder, zodat kinderen de eerlijke kans krijgen die zij verdienen. 

Als extra begeleiding in de klas, een check van de poortwachter en alle inzet niet helpen moet een kind worden doorverwezen. Het is dan aan een specialist om te bepalen of er sprake is van dyslexie. En dat brengt ons op een situatie die de wenkbrauwen doet fronsen. De diagnose en aansluitende behandeling kunnen in handen zijn van één partij. De aanbieder kan (let op, kán) daarmee eigen werk creëren. We zeggen niet dat het gebeurd, maar de getallen in Zwolle zijn niet rooskleurig. Dit lossen we in Zwolle niet op, maar je kan je afvragen in hoeverre dit wenselijk is. 

Want ook als er veel meer aanbod is voor diagnose, zoals in onze stad het geval is, zou je van een aanbieder verwachten dat de echte dyslecten gefilterd worden. Bij een veel groter aanbod blijft “gewoon” 80% van de diagnose een uitkomst hebben die behandeling rechtvaardigen. Je zou verwachten op basis van landelijk cijfers dat dit anders is. Voor onze fractie is dat wonderlijk en zou je een kritische houding van de aanbieders hierin mogen verwachten. 

Tot slot de oplossing die door de wethouder wordt voorgesteld. We hebben het al eerder benoemd: een poortwachter gespecialiseerd in dyslexie. We snappen de denkrichting en verwachten dat het een goede stap kan zijn. Kinderen moeten zo lang en zo passend mogelijk mee kunnen doen met het aangeboden leesonderwijs. Normaliseren en kaderstellen is daarbij belangrijk, we hebben het enkele weken geleden ook besproken in deze zaal. Niet alle kinderen worden een talenwonder, maar we moeten inzetten op een redelijk basisniveau. Toch zit de echte oplossing in het verbeteren van het leesonderwijs, in aandacht en tijd voor de leerlingen. We zijn dan ook blij met de extra gelden die scholen krijgen (ongeveer €700,- per leerling) in het Nationaal Programma Onderwijs. 

Want goede kennis van de Nederlandse taal, zowel geschreven als gesproken, geeft maximale kansen om mee te kunnen doen in de samenleving. En dat gunnen we iedereen, jong en oud."