Bijdrage debat trouwerij Noorderkolk

Noorderkolk-bij-avond.jpg

Door Monique Bakker op 03-09-2019

De afgelopen weken is er veel aandacht geweest voor een trouwerij die zonder vergunning is gehouden in de omgeving van de Noorderkolk. De gemeenteraad heeft daar op maandag 2 september 2019  uitgebreid over gedebatteerd. Buiten kijf staat dat dit voortaan voorkomen moet worden. De VVD wil met de geleerde lessen daarom de handhavingsdienst verbeteren, zodat het bevoegd gezag kan en zal ingrijpen wanneer een ongeoorloofde situatie daarom vraagt. Het College gaat dit ook doen en daar zijn we tevreden over. De volledige bijdrage in dit debat lees je hieronder terug. 


Bijdrage VVD bij debat Noorderkolk, uitgesproken op 2 sept. ‘19

"Eenieder wordt geacht de wet te kennen’, luidt een bekend uitgangspunt als het gaat om wetgeving. Dit adagium gaat uit van het principe dat onbekendheid met het bestaan of de inhoud van de wet nooit een verontschuldiging vormt voor overtreding van die wet (en kan in geval van strafbepaling dus ook niet leiden tot straffeloosheid). Ik weet dat je trouwdag een van de mooiste, meest bijzondere momenten is in het leven. Natuurlijk zet je samen alles op alles om die dag onvergetelijk te laten zijn. Maar ook op die belangrijke, bijzondere dag – moet je je houden aan de regels die we met elkaar hebben vastgesteld.

De wet geldt voor iedereen: of het nu gaat om iemand die verkeerde informatie deelt om toch die bijstandsuitkering te krijgen, of om een ondernemer die er voor kiest om géén vergunning aan te vragen voor zijn trouwfeest. ‘Eenieder wordt geacht de wet te kennen’, en sommige mensen misschien nog meer dan anderen, bijvoorbeeld wanneer zij in het publieke domein een verantwoordelijkheid dragen voor de veiligheid bij evenementen. Het uitgangspunt gaat ook verder dan alleen het kennen van de wet. Het doet een beroep op de morele afweging en verantwoordelijkheid die individuen dragen voor het in een samenleving zorg dragen voor elkaar en zorg dragen voor de omgeving. 

De ‘wet’ is duidelijk. De Noorderkolk is een Natura 2000 gebied waar gerecreëerd kan worden, maar waar bezoekers een zorgplicht hebben. Op dit gebied is de Wet Natuurbescherming van toepassing, waarover de provincie de verantwoordelijkheid draagt. Het Natura 2000 beheerplan ‘Uiterwaarden Zwarte Water en Vecht’ stelt: “Gedeputeerde Staten zijn het bevoegd gezag in de Wet natuurbescherming voor de vergunningen en ontheffingen”.

Feit is dat er een trouwfeest heeft plaatsgevonden zonder dat daarvoor een vergunning was. Op basis van de beantwoording van het college weten we dat een BOA van Landschap Overijssel ter plaatse was en bij provincie, gemeente en politie melding heeft gedaan van het feest. Een provinciale handhaver was niet beschikbaar. Op wat de VVD daar van vindt kom ik later terug. Politie en BOA’s zijn naar aanleiding van de melding naar het gebied gegaan. De politie – als eerste ter plaatse – constateerde dat er geen sprake was van ordeverstoring. Daarna zijn de BOA’s ter plaatse. Uit de beantwoording van het college blijkt dat de politie hen informeert over de aanwezigheid van een wethouder. Ook schrijft het college dat de BOA’s handelingsverlegenheid ervaren, vanwege onduidelijkheid over bevoegdheden en mogelijke vergunningen – waarvan we nu weten dat die er niet was/waren. Hierover heeft de VVD twee vragen:

- Wat heeft bij politie en BOA’s geleid tot de afweging om te komen tot handhaving achteraf: 1) de aanwezigheid van de wethouder, of 2) de onduidelijkheid en de nadere behoefte aan onderzoek over bevoegdheden en mogelijke vergunningen;

- We weten dat de politie enkel handhaaft bij ordeverstoring. Waren de twee aanwezige BOA’s bevoegd om te handhaven op basis van de Wet Natuurbescherming?

Dat laatste betwijfelt de VVD namelijk. Had hier opgetreden moeten worden? Wel degelijk. Maar door wie had hier opgetreden moeten worden? De Wet Natuurbescherming en ook het bij de Noorderkolk geldende beheerplan Natura 2000 laten hier geen onduidelijkheid over bestaan: de provincie is verantwoordelijk voor de handhaving. Het mag sneeuwen, het mag vriezen, het mag dooien, hagelen, regenen of bloedheet zijn: elk bevoegd gezag is verantwoordelijk voor de beschikbaarheid van handhavingscapaciteit om de eigen regels te handhaven. ‘Op de dag van het feest was geen provinciale handhaver beschikbaar’, lezen we. Dat kan dus niet, dat is niet acceptabel.

We vragen het college of zij dit met ons eens is en op welke wijze zij deze onverschillige gang van zaken van het bevoegd gezag – de provincie – onder de aandacht gaat brengen bij het bevoegd gezag – de provincie?

Het College heeft de Raad ook geïnformeerd over de aanwezigheid van wethouder De Heer op het trouwfeest. Hij was hier voor de ceremoniële plechtigheid. Het ‘ja-woord’ was toevertrouwd aan een tweede, officiële buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand. In haar beantwoording antwoordt het college dat de wethouder aanwezig was als privépersoon en niet kón weten dat er een ongeoorloofde trouwerij plaatsvond, simpelweg omdat er geen vergunningsaanvraag heeft plaatsgevonden waarop een positieve, of negatieve beslissing is geweest. Had hij zich dan ter plaatse moeten afvragen ‘of dit allemaal wel mag’? Net als het college is onze fractie van mening dat een ambtsbekleder er in beginsel in een dergelijke situatie op mag vertrouwen dat de organisatie – daar waar de primaire verantwoordelijkheid ligt – in goede handen was. 

Zelf heeft de wethouder aangegeven dat als hij vooraf signalen had gekregen dat dit eigenlijk helemaal niet kon, dat er geen vergunning was aangevraagd - dat hij het bruidspaar had ontraden om het feest door te laten gaan. Hij zou er dan zelf niet bij aanwezig zijn. Vallen daar dus lessen uit te trekken? Dat zeker. En dat doet de wethouder - zo hebben we kunnen lezen. De wethouder heeft dat ‘misschien een beetje stom’ genoemd. We vragen de wethouder welke lessen hij trekt en waarderen dat hij zelf bereid is om op zijn rol te reflecteren in deze kwestie.

Naast de hele kwestie rondom de trouwerij laat de beantwoording van de gestelde raadsvragen ook zien dat een toename wordt ervaren van overlast in en rondom het natuurgebied Noorderkolk. Al langer wijst de VVD op het belang van een doorontwikkeling van onze afdeling Toezicht en Handhaving. De organisatie ervaart hier knelpunten en dat is begrijpelijk in tijden van een groeiende stad. We vragen het college of naast de voorgenomen capaciteitsuitbreiding bij de PPN verder wordt gedacht aan het versterken van Toezicht en Handhaving waarbij hopelijk ook meer ruimte ontstaat voor afstemming en samenwerking met andere overheden.

Mijn fractie heeft zich gebogen over de vraag, ‘hoe nu verder’. Moeten we regels verduidelijken? Aanscherpen, of meer onder de aandacht brengen. Maar eigenlijk is dat niet nodig. De Wet Natuurbescherming is helder. Er mag gerecreëerd worden in Natura 2000 gebied, maar er geldt een zorgplicht voor het gebied en bij initiatieven voor evenementen moet er een vergunning worden aangevraagd bij het bevoegd gezag: de provincie. Moeten we het in Zwolle anders doen als mensen op locatie willen trouwen? Dit hebben we al geregeld. In formulier dat het bruidspaar moet invullen als zij op locatie willen trouwen staat al expliciet vermeld dat men zelf de verantwoordelijkheid draagt voor het op orde hebben van de papieren. 

De VVD hoeft geen extra regels. In de kwestie rondom de Noorderkolk heeft het bruidspaar naïef en roekeloos hun eigen plan getrokken. Zij zullen daar de materiële en immateriële gevolgen van moeten dragen. Goede afstemming tussen de handhavingsorganisaties had dit wellicht kunnen voorkomen. We vragen het college die investering te doen in onze handhavingsdienst, waar we al zo lang om vragen en het goede gesprek te voeren met de provincie. We kijken uit naar de beantwoording van onze vragen".